Egels komen voor in het hele land. In dichtgegroeide parken, in de bossen, in woonwijken tussen de planten en ook in jouw tuin.
Egels zijn altijd op zoek naar veilige plekken om te overwinteren met voldoende voedsel. In je tuin kun je het ze een stuk gemakkelijker maken. Plaats bijvoorbeeld een egelhuis aan de rand van je tuin, dek een beetje af met takken en bladeren en ze zijn je dankbaar.
Als je een egelhuisje wilt plaatsen, zet deze dan aan de rand van je tuin op een beschutte plek (niet in de volle zon). Een beetje droog gras of hooi wordt zeker gewaardeerd.
Een bakje water en eten er naast en de egel is heel blij met je. Let op dat je een egel GEEN melk geeft. Ze kunnen de lactose niet verwerken. Wel eten ze graag kattenvoer of speciale egelvoeding.
Eten en drinken:
- Ongewervelde dieren (slakken, kevers, oorwormen, rupsen, wormen en duizendpoten)
- Honden- en kattenvoer (niet op basis van vis)
- Volkorenbrood
- Kattenkoekjes (goed voor de tanden)
- Meelwormen
- Rozijnen
- stukjes fruit
- Gekookte aardappel, gekookte kip (zonder zout)
- Rauw gehakt
- Water
– Geen melk; Egels kunnen lactose niet verteren